Een stemming is een bepaalde gemoedstoestand van een zekere duur, die geen betrekking heeft op een specifieke ervaring. Een emotie is een intens, overheersend gevoel van korte duur, dat te maken heeft met een specifieke ervaring. Stemmingen en emoties uiten zich in lichamelijke verschijnselen, gedrag en beleving.
De belangrijkste kenmerk van een depressieve stoornis is het gebrek aan interesse en levenslust. Depressieve patiënten beleven nergens meer plezier aan en kunnen zij nauwelijks meer enig gevoel voor hun vrienden en familie opbrengen. Negatieve gebeurtenissen schrijven ze toe aan zichzelf, positieve aan anderen.
Kenmerkend zijn ook de klachten over concentratie- en geheugenproblemen. Veel patiënten slapen slecht, worden 's morgens vroeg wakker en hun depressieve stemming verbetert pas wat in de loop van de dag. Verder komen bij een depressieve stoornis dikwijls tal van lichamelijke problemen of klachten voor zoals chronische pijnklachten en aanhoudende moeheid.
Een manische periode is in veel opzichten het spiegelbeeld van een depressieve stoornis. Hun stemming is uitzonderlijk opgewekt, al kunnen sommigen snel geïrriteerd raken wanneer men hun dadendrang probeert af te remmen. Ze zijn heel optimistisch, voelen zichzelf boven iedere kritiek verheven en in alle opzichten superieur.
Een bipolaire-I-stoornis komen manische periodes afwisselend voor met even ernstige depressieve periodes.
Een bipolaire-II-stoornis worden depressieve periodes afgewisseld met minder ernstige manische periodes.
Depressieve stemmingsstoornissen
Vooral bij terugkerende depressieve stoornissen is een bepaalde erfelijkheid vastgesteld. Bij een depressieve stoornis zou in bepaalde hersendelen een tekort aan de neurotransmitters serotonine en noradrenaline ontstaan of is de gevoeligheid voor deze stoffen in de hersencellen verstoord. Naast deze biologische factoren spelen sociale en psychologische factoren een rol.
Volgens psychodynamische theorieën kunnen depressieve patiënten de emoties die deze ervaringen teweegbrengen moeilijk uiten of richten die op zichzelf. De gedragstheorie van Peter Lewinsohn gaat ervan uit dat normaal gedrag geleidelijk verdwijnt wanneer iemand te weinig plezierige gebeurtenissen, waardering en succes meemaakt. voor de cognitieve theorie van Aaron Beck worden depressieve gevoelens vooral veroorzaakt door onredelijk en negatief denken.
Bipolaire stemmingsstoornissen
Bipolaire stemmingsstoornissen worden vooral verklaard uit biologische factoren. Erfelijkheid lijkt hier een aanzienlijk grotere rol te spelen dan bij de depressieve-stemmingsstoornissen. Bij een manische periode zou er sprake zijn van een alge activiteit van serotonine in combinatie met een hoge activiteit van noradrenaline.
Depressieve stemmingsstoornissen
De belangrijkste biologische therapievorm bestaat uit het toedienen van antidepressiva, deze beïnvloed vooral de gevoeligheid van de hersencellen voor de neurotransmitters serotonine en noradrenaline. Deze biologische behandelingsvorm is echter alleen geschikt voor matige en ernstige depressieve stoornissen. Veel patiënten met een lichtere tot matige depressieve stoornissen worden vaak behandeld met cognitieve gedragstherapie. Om terugval te voorkomen blijkt mindfulness training gecombineerd met cognitieve therapie effectief.
Bipolaire-stemmingsstoornissen
Voor bipolaire-stemmingsstoornissen zijn vooral biologische therapieën ontwikkeld. Lithium is een soort zout dat bij de helft van de patiënten nieuwe manische of depressieve periodes kan voorkomen of althans in ernst kan doen afnemen. De laatste paar jaar wordt er ook steeds meer gebruikt gemaakt van stemmingsstabilisatoren. Je kunt dan denken aan anti-epileptische middelen als carbamazepine of valproaat.
Bij ernstig manisch gedrag is opname in een GGZ-instelling of kliniek noodzakelijk. Daartoe is de patiënt lang niet altijd te bewegen, zodat een dwangmaatregel soms onvermijdelijk is. Psychosociale begeleiding van een patiënt en familie zijn ook van groot belang.