De aarde bestaat uit verschillende lagen. Van binnen naar buiten: De binnenkern - buitenkern - mantel - aarkorst. De binnenkern heeft een diameter van 2400 km en bestaat uit ijzer en nikkel. Het is hier enorm warm! Namelijk wel 5000 graden celsius.
De buitenkern bestaat ook uit ijzer en nikkel, maar is vloeibaar. Het is een laag tussen de binnenkern en mantel en is 2250 km. Ook hier is het heet. Wel 2200 graden celsius.
De mantel is met 870 graden celsius wat kouder dan de binnen- en buitenkern. De mantel is 2900 km en hier bevindt zich vloeibaar gesteente. Dit noemen we ook wel magma. In de mantel komen convectiestromen voor.
Convectiestromen zijn stromingen van materiaal in de mantel. Doordat het afkoelt zakt het naar beneden, waar het weer warmer wordt en opstijgt. Deze bewegingen botsen tegen de aardkorst aan en breken de aardkorst in platen.
Convectiestromen zorgen er ook voor dat platen gaan schuiven. Ze kunnen uit elkaar worden geduwd, tegen elkaar aan geduwd of ze gaan langs elkaar heen schuiven.
Even vergeten hoe het ook alweer zat? klik dan hier voor het filmpje.
De aardkorst verandert door de convectiestromen. Zonder deze stromen zou de aardkorst één geheel zijn, maar door de stromen bestaat deze uit platen. Wanneer de aardkorst van binnen wordt verandert noemen we dit endogene krachten.
Wanneer de aardkorst van buiten af wordt verandert noemen we dit exogene krachten.